Home

Financiële verantwoording

Over het algemeen geldt dat naarmate de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten, de exploitatie meer flexibel is dan een exploitatie waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

De structurele exploitatieruimte wordt uitgedrukt in een percentage en wordt bepaald door het structurele begrotingssaldo te delen door de totale baten, zodat beoordeeld kan worden welke structurele ruimte er is om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit cijfer negatief is, betekent dit dus dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Structurele exploitatieruimte

Bedragen x € 1.000

Rekening 2021

Begroting 2022

Rekening 2022

Begroting 2023

Saldo van totale baten en lasten

-9.847

-15.793

-7.382

-2.712

Saldo van totale toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

35.637

18.989

45.583

7.293

Begrotingssaldo na bestemming

25.788

3.205

38.198

4.582

AF: incidentele reservemutaties

41.270

12.655

36.524

540

AF: incidentele baten en lasten (saldo)

-11.464

-12.639

-11.157

-3.419

Structureel begrotingssaldo

-4.018

3.188

12.831

7.461

Totale baten

570.990

526.351

662.961

617.672

Structurele exploitatieruimte

-0,7%

0,6%

1,9%

1,2%

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de structurele exploitatieruimte 1,9% bedraagt. Dit betekent dat in 2022 de structurele uitgaven voldoende gedekt zijn door structurele inkomsten. Er zijn geen landelijke normen voor de structurele exploitatieruimte, omdat het percentage sterk afhangt van de lokale situatie, maar hier geldt hoe hoger dit percentage is, hoe beter de financiële positie van de gemeente.

Deze pagina is gebouwd op 10/17/2023 08:00:35 met de export van 09/06/2023 15:09:11