De weerstandsratio komt bij de Jaarstukken 2022 uit op een stand van 1,1. Dat is net boven de met de raad afgesproken grens van 1,0 maar is wel een verdere daling ten opzichte van de in de Begroting 2023 opgenomen ratio van 1,6. Belangrijkste veroorzakers van deze daling zijn een aanzienlijke afname van de positieve risico's op winstnames en de vermogenspositie bij het grondbedrijf (zie paragraaf Grondbeleid ). Daarnaast zijn door nieuwe actualiteiten de risico's voor Jeugdhulp, Cybercriminaliteit en Uitvoerings- en proceskosten GBD vanwege verwachte stijging van WOZ-bezwaarschriften toegenomen.
In de ratio van 1,1 zijn al wel de diverse voorgestelde resultaatbestemmingen behorende bij deze jaarrekening verwerkt, almede de eerder bij de Begroting 2023 besloten 'harde' onttrekkingen uit en toevoegingen aan de Algemene reserve vanwege de dekking van intensiveringen uit het Politiek akkoord, de aanvulling van de reserve Crisis- en Herstelfonds en de vrijval van de reserves Dividend compensatie en Juridische risico's .
De berekeningen van de ratio kennen steeds een belangrijke nuancering: de rapportage omtrent het weerstandsvermogen is altijd een momentopname. Nieuwe projecten, economische ontwikkelingen en investeringsbeslissingen kunnen het risicoprofiel beïnvloeden waardoor het weerstandsvermogen aan tussentijdse fluctuaties onderhevig is.